Groentesoep met eiernoedels

Maak alle verse groenten en champignons schoon.

Maal de ui, selderij en kerstomaatjes in een blender (ik gebruikte kersentomaatjes omdat ze zoeter zijn en vooral in het winterseizoen geef ik er de voorkeur aan boven gewone tomaten).

Verhit de olie en bak hierin de gemalen groenten gedurende 5 minuten op matig vuur.

Snij de aardappel, wortel, courgette en oesterzwammen in kleine blokjes zoals bij de soep. Snijd ook de lente-ui en peterselie samen met de steeltjes. Doe ze in de pan met de gebakken groenten op het vuur, voeg de bevroren tuinbonen en erwten toe en bedek ze met 800-900 ml water of voldoende om de producten met minimaal 2 vingers onder water te zetten.

Doe het bouillonblokje in de soep, breng op smaak met zwarte peper en zout, wees voorzichtig want de bouillon is ook zout.

Kook afgedekt gedurende 20-25 minuten.

Gedurende deze tijd moeten de groenten heel goed gaar zijn, maar voor het geval dat, proef ze en verleng indien nodig de tijd.

Voeg water toe tot de gewenste consistentie, maar over het algemeen moet deze groentesoep dikker zijn.

Klop voor de eiernoedels de eieren los, misschien twee tegelijk, om het makkelijker te maken. Breng ze op smaak met zout en zwarte peper en giet ze in een dunne laag in een ingevette pan met antiaanbaklaag. Maak een soort omelet klaar, maar zonder deze te vouwen. Als het groter is en het omdraaien moeilijk is, dek het dan even af met een deksel om ook de bovenkant gaar te maken.

Leg de dunne omelet (of omeletten als je er twee maakt) op een snijplank en snijd ze in dunne reepjes om als onze geïmproviseerde noedels te dienen.

Serveer de groentesoep warm, door op elke portie een nestje eiernoedels en een beetje gehakte peterselie te leggen.

De groentesoep met eiernoedels is klaar.