Тarwekoekjes met haver

Ik heb ongeveer 70 g rauwe tarwe gekookt tot het lekker zacht wordt en opzwelt. Zeef het en laat het afkoelen en drogen. Het gewicht, nadat het is gekookt, neemt toe tot 100-120 g omdat de tarwe doorweekt is en het volume van het graan is verdrievoudigd (tenminste met de tarwe die ik gebruik werkt het zo) .

Zodra dit gedaan is, begin je met de koekjes:

Vermaal de rozijnen en 70 g van de tarwe in een blender en klop dan op, samen met het ei en de boter.

Voeg de bloem, bruine suiker, vanillepoeder, kokosschaafsel, het snufje zout, bakpoeder en haver (ook gemalen) toe.

Mix tot je een goed gemengd zacht koekjesdeeg krijgt. Soms is het dunner als de tarwe meer vocht heeft opgenomen of het ei groter is geweest. In dat geval verdik ik met een eetlepel of 2 amandelmeel. Het deeg moet in ieder geval zacht zijn en met ingevette handen gevormd worden, zodat het niet plakt.

Neem kleine stukjes van het deeg en vorm balletjes, maak deze plat en druk er een theelepel van de resterende tarwe op over het gehele oppervlak zodat het goed blijft plakken, bestrooi de koekjes nu ook met kokosschaafsel.

Leg de koekjes op een bakplaat bekleed met bakpapier of een siliconenmatje. Laat wat ruimte ertussen.

Bak op 170°C in een voorverwarmde oven tot de koekjes een smakelijke kleur krijgen - ongeveer 20 minuten. Het hangt af van hun dikte en grootte.

Het uiteindelijke resultaat hangt hier ook vanaf - als ze dun zijn, worden ze heerlijk knapperig. Zijn ze dikker, dan blijft de binnenkant zacht en kruimelig en zijn de randen knapperig.

Het is belangrijk om ze na het bakken eerst 20 minuten in de schaal te laten staan en ze pas daarna op een rooster te leggen totdat ze volledig zijn afgekoeld.

De gekookte tarwekoekjes zijn klaar.