Pierogi met worst

Zeef de bloem in een kom en meng het met de droge gist. Maak in het midden een kuiltje, waarin je het ei kunt kloppen en de melk (licht verwarmd), olie en suiker kunt gieten.

Kneed het deeg en leg het op een met bloem bestrooid oppervlak. Blijf kneden en voeg beetje bij beetje de helft van de gesmolten boter toe waarin je eerder het zout hebt opgelost.

Als je een lekker zacht, elastisch en niet-plakkerig deeg hebt, vorm het dan tot een bal en doe het terug in de kom.

Bedek het met een schone handdoek en laat het 40 minuten op een warme plaats staan. Rasp ondertussen de kaas en snijd de worst in dunne plakjes of stukjes.

Verdeel het gerezen deeg in 5 kleinere balletjes en rol ze elk uit tot een dunne ronde laag. Bestrijk met de resterende boter, die je opnieuw moet verwarmen omdat deze ondertussen hard is geworden.

Vouw elke laag door de twee uiteinden te nemen en deze naar het midden te vouwen. Je krijgt zoiets als een onregelmatige rechthoek.

Verdeel de dunne stukjes worst over de lengte, bestrooi ze met kaas en rol ze op tot een strakke rol (voor het rollen kun je, als je dat wilt, hier en daar een inkeping van 1 cm diep maken aan een van de langere zijden van de worst. Dit geeft het een meer ruig uiterlijk.

Schik elke rol in een ronde, geschikte bakvorm en laat ze rijzen en verdubbelen in omvang.

Bestrijk het oppervlak van de pierogi met de dooier, opgeklopt met een beetje melk en plaats deze in een voorverwarmde oven op 180°C gedurende ongeveer 30 minuten of tot ze goudbruin zijn.

De pierogi met worst is klaar.