Traditionele gevulde karper

Maak eerst de karper schoon, verwijder heel precies de ingewanden en de schubben. Was zorgvuldig met koud water van binnen en van buiten.

Dep hem droog en begiet rijkelijk met het sap van een citroen. Zout de vis goed, zowel de binnenkant als de buitenkant, laat dan voor een nacht in de koelkast of op een koude plek staan.

Was de karper de volgende dag weer onder de koude kraan en droog met keukenpapier af. Breng over naar een goed ingevette bakblik van een geschikte maat voor de vis.

Voor de vulling:

Snijd de uien grof en de wortels in blokjes, meng goed en doe in een pan met warme olie. Bak ze zacht en roer goed zodat ze niet aanbranden.

Zodra de groenten wat zachter worden, voeg er de paprikapoeder en 5-6 eetlepels tomaten uit blik aan toe.

Nu kun je ook een koffielepel suiker toevoegen om de zure tomaten smaak te verminderen, bestrooi met zout en peper naar smaak, doe nog 2-3 snufjes bonenkruid en lavasblad daarbij. Als laatste voeg je de schoongemaakte en grof gehakte walnoten bij het mengsel. Laat de vulling nog een paar minuten koken en haal dan van het vuur, laat afkoelen.

Als de vulling wat afgekoeld is, vul de karper er mee en naai de buikholte dicht.

Besprenkel de karper voor Sint-Nicolaasdag met een beetje olie.

Als er nog vulling over is, verdeel deze dan over de bakplaat. Voeg de tomaten uit blik (gepeld en in stukjes gesneden), de fijngehakte peterselie, het fijngehakte teentje knoflook en een beetje water toe en roer alles licht door elkaar.

Bak de gevulde karper ruim een uur in de op 180 graden voorverwarmde oven of totdat de vis een smakelijk goudbruin korstje krijgt.

Tijdens het bakken zou je eventueel wat water langs de hoek van de bakblik erbij kunnen gieten, zodat de tomatensaus niet aanbrandt.

Serveer de traditionele gevulde karper in zijn geheel, zet direct de ovenschaal op tafel.

Eet smakelijk!