Het eerste is om brandnetels van goede kwaliteit te kiezen. De beste optie is brandnetels uit eigen tuin. Zo weet je of het met iets is bespoten of niet.
Als je het gaat plukken, mag het niet naast wegen of in de buurt van gecultiveerde gebieden (velden) staan. Je hebt twee opties - pluk het bij de stelen en blancheer het, of scheur de verse toppen blad voor blad af - het is jouw keuze.
Was de brandnetels goed. Zet een diepe en brede pan, die voor de helft gevuld is met water, op het vuur en laat het koken. Zet aan de zijkant een grote kom vol ijswater klaar om de geblancheerde brandnetels te schokken.
Doe de brandnetels ongeveer 2-3 minuten in het kokende water, door vooraf een beetje zout aan het water toe te voegen (om de kleur en integriteit van de bladeren te behouden).
Haal de brandnetels met een schuimspaan uit het kokende water en leg ze direct in het ijswater om ze te laten schrikken. Het schokken zelf wordt nog een keer gedaan om de mooie groene kleur van de brandnetels te behouden. Laat de brandnetels een minuut - anderhalve minuut in het ijswater liggen en haal ze er weer uit met een schuimspaan op een handdoek.
Laat de brandnetels op de handdoek liggen, zodat het overtollige water eruit kan worden gezeefd. Zo geblancheerd kun je het voor veel gerechten gebruiken zoals brandnetelmoussaka, brandnetelsoep of diverse stoofschotels. Als je het niet meteen gaat gebruiken, leg het dan even in de vriezer. Als je het in de vriezer gaat leggen, maak dan meteen een bundel met de theedoek en knijp het water uit de brandnetels, dat tijdens het blancheren is opgenomen. Knijp ze niet te veel uit, maar voorzichtig - de bladeren moeten tenslotte heel blijven, niet fijngestampt.
Consumeer meer brandnetels, vooral in het seizoen. Ik zet er vaak thee mee om de broodnodige ijzer, calcium, vitamines - A, C, E en mineralen voor het lichaam binnen te krijgen.
Ongetwijfeld heeft brandnetel veel geneeskrachtige eigenschappen, dus koop wat, bewaar ze en gebruik ze.