Om kaas te maken is vaardigheid vereist. Maar als het je is gelukt, moet je weten dat het bewaren ervan niet minder belangrijk is dan het maken ervan. Om de kaas voor een langere tijd te bewaren, is het noodzakelijk om deze te laten pekelen bij een temperatuur van ongeveer 10°C.
Of je nu je eigen kaas hebt gemaakt of in de winkel hebt gekocht, je kunt de smaak niet behouden zonder een pekel te maken. Dus hoe wordt het gedaan? Verschillende mensen bereiden het anders, maar de belangrijkste ingrediënten zijn water en (zee)zout.
De bereiding is heel eenvoudig. Je mengt het water en zout en doet de kaas bij het mengsel, daarna goed aandrukken, zodat het niet boven de pekel uitkomt.
Velen van ons hebben onze grootmoeders zien pekelen. De meesten hebben geen maatbeker bij zich, maar doen er zoveel zout in als ze willen en laten er, als het opgelost is, een rauw ei in vallen. Als het ei boven de pekel drijft en er een cirkel ter grootte van een muntstuk uit tevoorschijn komt, dan is het zout voldoende en is het klaar.
Nu voor degenen die een exact recept willen, zullen we iets meer zeggen. De verhouding water en zout is als volgt: aan één liter water wordt 200 gram zout toegevoegd. Er wordt een homogene oplossing gemaakt, waarmee de kaas wordt overgoten. Dat is de enige filosofie die nodig is om je eigen pekel te maken.
Het is goed om gekookt water of bronwater uit de winkel te gebruiken, omdat de kraan vaak vol zit met chloor, fluor en andere elementen die schadelijk zijn.
Degenen die pekel hebben gemaakt, weten dat het echt heel belangrijk is en in ieder geval een keer dat het hen overkwam, toen ze het niet goed maakten, werd de kaas slijmerig en zacht.
In andere delen van de wereld voegen ze naast water en zout een beetje citroenzuur of natriumbenzoaat toe aan de pekel. Voeg voor één liter 2 gram citroenzuur of 1 gram natriumbenzoaat toe. De procedure is hetzelfde als voorheen.
Bekijk ook deze zelfgemaakte kaasrecepten.
