Wijn is de meest populaire alcoholische drank, die al sinds de oudheid wordt vereerd als het heilige elixer van de goden.
Tegenwoordig behoudt wijn zijn populariteit, met honderden variëteiten die nu over de hele wereld worden gevonden.
Wijn is verdeeld in drie van zijn populaire vormen: witte wijn, rosé en rode wijn. Het is algemeen aanvaard dat rode wijn vooral tijdens de koude periodes van het jaar wordt gedronken vanwege de rijke smaak en het uitgesproken aroma.
De bekendste soorten rode wijn zijn Merlot en Cabernet. Beide wijnsoorten passen goed bij vlees en hebben elk hun eigen specifieke smaak.
Merlot en Cabernet zijn beide afkomstig uit Bordeaux, Frankrijk. Vanwege hun kenmerken werden ze al snel populair en werden ze de dominante soorten rode wijn.
Wat is het verschil tussen Merlot en Cabernet
Merlot wordt beschouwd als de meest veelzijdige en zacht smakende wijn van de twee soorten. De smaak wordt beschreven als een mix van kersen en chocolade. Merlot is aangenaam en makkelijk te drinken. In combinaties waar de druif domineert, komen de aroma's van het zachte fruit nog meer tot uiting.
Aan de andere kant verschijnt Cabernet als het agressievere en oudere familielid van Merlot. Deze druif is veel tanninerijker, wat hem een droge smaak geeft. De Cabernet-druif is een druivensoort die beduidend langer moet rijpen, vandaar dat de wijnen ook een langere rijpingstijd nodig hebben voordat ze worden geopend. De smaak van Cabernet is veel meer verzadigd, sterker en agressiever, in tegenstelling tot Merlot.
Beide varianten zijn ideaal om te serveren bij geroosterd varken, biefstuk of Italiaanse pasta.
