We zijn gewend aan de smaak van gemarineerde olijven, maar er zijn andere manieren waarop ze kunnen worden verwerkt en toch heerlijk zijn. Het drogen van olijven is bijvoorbeeld een van de gemakkelijkste manieren om deze overigens extreem bittere vrucht te bereiden.
De smaak na het drogen is bijna identiek aan die van de sappige zwarte olijven die je in de winkel koopt. In tegenstelling tot gewone olijven worden gedroogde olijven meestal geserveerd zonder vooraf gemarineerd te zijn.
Om olijven te drogen heb je de volgende producten nodig - een kilo kleine rijpe gedroogde olijven, een halve kilo zout en een eetlepel koudgeperste olijfolie.
Kies volledig rijpe kleine olijven. Maak ze heel grondig schoon van hun stengels en bladeren. Spoel ze goed af en laat ze daarna heel goed uitlekken in een vergiet. Maak met de punt van een mes een of twee kleine gaatjes in elke olijf. Doe een kwart van het zout op de bodem van een grote glazen pot of keramische schaal en voeg dan een rij olijven toe.
Bestrooi de olijven met zout, leg dan een nieuwe laag olijven, zout enzovoort, totdat de producten opraken. Sluit de pot en laat deze op kamertemperatuur komen. Elke dag goed schudden en indien nodig bestrooien met zout.
De bittere sappen van de olijven zullen naar buiten komen. Ze mengen zich met het zout en veranderen in een vochtige pasta. Als de sappen vloeibaar zijn, zeef dan de vloeistof en voeg opnieuw zout toe zoals hierboven beschreven.
Spoel na ongeveer drie weken het zout af en proef de olijven. Als ze nog steeds te bitter smaken, breng ze dan opnieuw op smaak met zout en laat ze nog een week gezouten staan. Anders zijn je gedroogde olijven klaar om te eten. Het enige wat je hoeft te doen is er koudgeperste olijfolie overheen gieten.
De afgewerkte gedroogde olijven zullen gerimpeld zijn en een licht bittere maar zeer aangename smaak hebben. De gedroogde olijven kunnen maximaal een maand bij kamertemperatuur worden bewaard, maximaal zes maanden in de koelkast of maximaal een jaar in de vriezer.